Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
Allereerst willen we een misverstand uit de wereld helpen: het is niet zo dat het krijgen van een nestje beter is voor de gezondheid van een teef.
Een hond is tot op hoge leeftijd vruchtbaar en krijgt niet zoals de mensen een menopauze.
Voordat de dekking plaatsvindt moeten voor een aantal dingen gezorgd zijn om de pups zo optimaal mogelijk ter wereld kunnen worden gebracht. Zorg er allereerst voor dat de teef alle inentingen heeft gehad. Ook is het belangrijk dat de teef is uitgegroeid en voor een eerste nest het liefst jonger is dan 5 jaar. Ontworm de teef voor ze gedekt wordt.
Als u een teef voor het eerst laat dekken, of wanneer een reu voor het eerst dekt, hou er dan rekening mee dat de onervarenheid tot problemen kan leiden, zoals voortijdige zaadlozing (buiten de vulva), of het bijten van de teef bij het inbrengen van de penis. Dit kan worden voorkomen door de teef aan te lijnen nadat het voorspel is beëindigd en de teef voor de reu gaat klaarstaan om gedekt te worden. Als één van de honden onervaren is, kan het waardevol zijn om er een ervaren hond aan te koppelen.
Mogelijke oorzaken van een passageprobleem in de vagina van de teef (zoals vergroeiingen in de vagina, een vernauwd bekken door oud trauma e.d.) moeten vóór de dekking onderzocht en indien mogelijk opgelost zijn. Het zorgvuldig selecteren van de combinatie van de vader- en moederhond is essentieel om een gezond nest pups op de wereld te zetten! Eventuele problemen bij de teef kunnen door de juiste keuze van de reu gecompenseerd worden. Erfelijke problemen kunnen soms nog na generaties weer bovenkomen. Het is erg belangrijk dat je je verdiept in de afstamming van de hond en vraag desnoods hulp hierbij.
Gemiddeld is een teef zo’n twee keer per jaar loops. Tijdens die loopsheid is een teef maar een paar dagen echt vruchtbaar. Veel reuen weten precies wanneer het moment is aangebroken. Meestal ligt het optimale dekmoment tussen de negende en twaalfde dag na het begin van de loopsheid. Echter: de gemiddelde hond bestaat niet. Sommige teven zijn al zover op de zesde dag, anderen op de zestiende. Slechts een zeer klein percentage teven is telkens op dezelfde dag vruchtbaar. Als u meer zekerheid wilt, kan door middel van een bloedtestje het juiste tijdstip van de dekking bepaald worden. Er zijn verschillende soorten testen waarvan de een ook weer betrouwbaarder is dan de andere. Het gaat te ver om er hier verder op in te gaan.
Vaak zijn de eigenaren bij een dekking nog opgewondener dan de honden. Het is wel verstandig om in de buurt te blijven en te observeren maar laat de honden even met rust. Ze moeten aan elkaar wennen, ook voor hen is het nieuw en spannend. De honden spelen en rennen als voorspel, wat bij een ervaren reu achterwege kan blijven. Hierna zal de reu de teef gaan dekken. Kijk uit dat met name onervaren teven erg gemeen naar de reu kunnen zijn. Vervolgens kunnen de honden vastgekoppeld blijven staan, dat wil zeggen dat de penis nog opgezwollen in de vagina wordt vastgeklemd. Stel de honden indien nodig op hun gemak, probeer het “vast zitten”, dat 10 tot 30 minuten (en soms nog langer) kan duren, in geen geval te laten ophouden door er bijvoorbeeld een emmer water overheen te gooien.
Dit is nutteloos en heeft als enige effect dat de honden er helemaal niets meer van begrijpen. Als de teef de neiging heeft weg te lopen is dit een zeer onplezierig gevoel voor de reu en kan zelfs schadelijk zijn. Het is voor de honden prettig dat ze nu op hun gemak worden gesteld en in een zo comfortabel mogelijke houding worden gehouden. Nadat de zwelling is verminderd, trekt de reu zich terug en likken de honden zich schoon.
Gedurende de eerste vijf tot zes weken na de dekking is er weinig verandering in het uiterlijk of het gedrag van de drachtige teef te bespeuren. Rond de zevende of achtste week kunnen de melkklieren en het buikvolume vergroten. De normale draagtijd bedraagt 60 tot 65 dagen. De teef mag gedurende de zwangerschap normaal bewegen, hoewel op het einde het traplopen en springen moet proberen vermeden te worden. Een paar dagen voor de geboorte krijgt de teef nesteldrang. Ongeveer twee dagen voor de geboorte kan er moedermelk uit de tepels gemasseerd worden. 12 tot 24 uur voor de geboorte daalt de lichaamstemperatuur met ruim een graad, tot beneden de 37 graden Celsius. Wanneer 24 uur na de temperatuurdaling nog geen tekenen van bevalling zichtbaar zijn, moet een dierenarts worden gewaarschuwd.
Voor een vlotte bevalling is rust van het grootste belang! Zoek dus een rustig plekje uit waar de teef zich op haar gemak voelt. Installeer daar een werpkist als "kraambed", waar de teef zich gemakkelijk in kan draaien en waar ook nog voldoende ruimte voor de pups is. Stangen aan de randen van de werpkist kunnen voorkomen dat de teef per ongeluk op de pups gaat liggen waardoor ze dood kunnen gaan. Isoleer de bodem en bedek hem bijvoorbeeld met kranten. De temperatuur dient er constant minstens 22 graden te zijn en de eerste drie weken mag de werpkist niet in het volle dag- of kunstlicht staan. Er staat altijd vers water bij de teef.
Als de bevalling nadert verandert het gedrag van de teef. Ze zal rustiger worden en minder speels. Ook zal ze rond de 12 tot 24 uur voor de geboorte stoppen met eten. Ze zal nesteldrang hebben en meer tijd doorbrengen in de werpkist of de plek waar ze wil bevallen. Hoe meer de bevalling nadert, hoe onrustiger de teef zal zijn.
Meestal is er 24 - 48 uur vóór de geboorte een daling van de lichaamstemperatuur van 0.5 tot 1 graad. De hond kan dan gaan rillen en hijgen. Om goed voorbereid te zijn op de bevalling is het verstandig om vanaf 1 week voordat de teef is uitgeteld 2 x daags de lichaamstemperatuur te meten, zodat u weet wat de normale temperatuur is. Een daling van de temperatuur is een redelijk betrouwbaar teken, dat de geboorte binnen 24 - 48 uur gaat beginnen. Natuurlijk zijn er teven die de uitzondering op de regel vormen en de daling niet laten zien. Houd er dus altijd rekening mee dat als u de daling niet ziet, er toch onverwachts een bevalling kan plaats vinden!
De bevalling begint met een licht ‘samentrekken’ van de buik van de teef, alsof ze de adem even inhoudt en weer loslaat. De meeste teven liggen meestal op hun zij en brengen zo hun puppy's op de wereld, een enkele teef staat liever. De eerste (lichte) weeën beginnen en de eerste vruchtzak wordt in het geboortekanaal geperst en breekt. U ziet een sliert slijm en/of een plas vocht uit de vulva stromen. De samentrekkingen van de baarmoeder worden heviger en ritmischer en binnen 1-2 uur wordt de eerste pup geboren. De pup zit als het ware ingepakt in een soort vlies. Meestal komt het kopje van de pup eerst er uit, soms is het een stuitligging en kan het kontje als eerste er uit komen. De sterkste weeën zijn nodig om kop en schouders van de pup door het geboortekanaal te persen. Als dat gebeurd is komt de rest van de pup er gemakkelijk achteraan. Iedere pup is omhuld door een vlies dat de teef van de pup aflikt. De tong heeft een masserende werking waardoor de pup wordt afgedroogd en ook gestimuleerd wordt om te ademen.
Nu besnuffelt de teef de pup, bijt zij de navelstreng door en likt zij de pup schoon. Als de teef zich niet bekommert om de pup moet u helpen de vliezen te openen, de pup er uit te pellen en met een schaar de navelstreng afsnijden op ongeveer 7 cm. De navelstreng moet na het doorknippen afgebonden worden. Het diertje moet drooggewreven worden om de ademhaling op gang te brengen. Nadien dient het uiteinde van de navelstreng gedesinfecteerd te worden. Na het werpen van elke pup volgt een moederkoek of placenta. De moederkoek vormde samen met de navelstreng de voedselvoorziening van de pup in de baarmoeder. De moederkoek van een hond heeft een groen gedeelte en groene uitvloeiing is dus normaal.
Meestal eet de teef de nageboorte op en bijt ze de navelstreng aan het lichaam van het jong door. Ongeveer een 1/2 uur tot enkele uren later kan de volgende bevalling en nageboorte komen zolang er pups zijn. Kijk bij grotere nesten uit dat de moederhond niet teveel nageboortes opeet. Ze kan er erg van aan de diarree raken.
Gezonde puppy's zullen dicht in de buurt van de moeder blijven en zoeken haar lichaamswarmte op. Indien de teef niet de tijd neemt de pups af te likken, kunt u ze voorzichtig met een warme handdoek afdrogen. Pasgeboren puppy’s zijn niet in staat hun eigen lichaamstemperatuur te regelen en deze zal dan ook snel dalen als ze niet warm worden gehouden. De beste omgevingstemperatuur voor een pasgeboren nest is 26 °C.
Warmwaterkruiken zijn een goed alternatief, hoewel het lichaam van de moeder de beste warmtebron is. Nadat de laatste pup is geboren, zal de moederhond zich ontspannen en zoogt ze de pasgeboren puppy's (de eerste 12-24 uur verlaten in de regel de moeders hun pups niet). De teef likt hun geslachtsdelen en anus af om de pups te stimuleren om te poepen en te plassen. Het is volkomen normaal dat de moeder de poep en plas van de puppy’s oplikt.
Mogelijke oorzaken van een niet vorderende geboorte kunnen zijn:
Als er na 10 minuten ononderbroken persen nog geen pup uit is gekomen moet u altijd direct een dierenarts waarschuwen. Die zal controleren of er een passageprobleem van de pup door het bekken van de teef is en zal de ligging van de pup bepalen. Uiteraard moet de eigenaar van de teef bepaalde oorzaken van een passageprobleem (bijvoorbeeld vergroeiingen in de vagina, een vernauwd bekken door oud trauma e.d.) onderkennen en indien mogelijk oplossen vóór de dekking.
Bij weeënzwakte dient de dierenarts een injectie toe. Oxytocine-S is een middel dat ook door de eigenaar zelf mag worden toegediend. Overleg echter bij iedere injectie weer vooraf met de dierenarts en houd u aan de juiste dosering! Binnen ½ - 1 uur na de injectie moet de pup geboren worden. Als dit niet gebeurt, moet de dierenarts geraadpleegd worden. Ga dus niet op eigen initiatief een tweede injectie geven ! Te veel en te vaak oxytocine spuiten kan een averechts effect hebben en zelfs de melkproductie verminderen.
De vruchtdelen (zoals de achterpoten of het kopje, vaak nog verpakt in het vruchtvlies) zijn te zien in de vulva maar de pup komt niet verder. Er moet op dat moment snel worden ingegrepen. Belangrijk is om dan onmiddellijk de dierenarts in te schakelen. Duurt deskundige hulp te lang, dan moet u zelf ingrijpen: met de hand (eventueel in een droog washandje) pakt u de vruchtdelen vast. Met de weeën mee trekt u voorzichtig aan de pup in de richting van de kromming van de rug van de pup. Er mogen geen tangen of ander gereedschap gebruikt worden.
Als de teef de navelstreng zelf niet afbijt moet je zelf de navelstreng doorknippen of scheuren. De navelstreng knipt of scheurt u op ca. 1 cm van de buikwand van de pup af. Kijk uit dat u het niet te kort doet (kans op verbloeden in de buik) en niet te lang (i.v.m. erop trappen). Kneus het uiteinde tussen duim en wijsvinger, dan houdt de bloeding vanzelf op. Bind alleen bij uitzondering met een draadje de navelstomp af Als de teef te onstuimig is en het risico bestaat, dat ze de navel te dicht bij de buik afbijt, is het verstandig dit ook zelf te doen. De navelstomp ontsmet u met chloorhexidine (Sterilon®) of jodium Betadine®. Het spreekt voor zich, dat alles (schaar, handen, enz.) schoon en steriel zijn. Desinfecteren met Sterilon® of Dettol® is goed.
Het kan nuttig zijn om uw dierenarts vooraf op de hoogte te stellen van de te verwachten bevalling. Het kan verstandig zijn de teef binnen 24 uur na de bevalling te laten controleren.
Als de teef na een lange barenstijd door uitputting niet in staat is een of meer puppy’s ter wereld te brengen, moet de hulp van een dierenarts worden ingeroepen. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat de dierenarts besluit de puppy’s via een keizersnede ter wereld te brengen.
Pasgeboren pups kunnen zichzelf moeilijk warm houden; daarvoor hebben ze hun moeder nodig of een warmtebron. Een warmtelamp is hiervoor heel geschikt. Hang hem boven een hoek van de werpkist zodat de pups zich kunnen koesteren, maar de teef het niet te warm krijgt. Laat de lamp ongeveer een week hangen. De meest ideale temperatuur in de werpkist voor die eerste week is 20-22°C. Recht onder de lamp is de temperatuur 26-27°C. Voor moederloze pups is de temperatuur bij voorkeur hoger: 30-31°C.
Het is erg belangrijk idat de teef in deze periode gezond blijft. Een goede hygiëne is noodzakelijk om infecties te voorkomen. Was steeds uw handen voor u in aanraking komt met de teef en/of haar pups. Verschoon de bodembedekking van de werpkist vaak.
Het is normaal dat een teef tot drie weken na de bevalling blijft vloeien. Eerst is het groenrood gekleurd, later lichtrood en ten slotte wordt het helder slijm. Echter: chocoladekleurige en/of stinkende uitvloeiing is afwijkend. Dit kan wijzen op een baarmoederontsteking.
Als dit verschijnsel optreedt neem dan snel contract op met uw dierenarts! Ook voor een zogende teef is een compleet puppyvoer geschikt, echter niet een puppyvoer voor grote rassen. De behoefte aan voedsel kan oplopen tot wel twee à drie keer de normale hoeveelheid, afhankelijk van het aantal pups. Geef de teef verdeeld over de dag meerdere porties te eten. Zorg dat er steeds vers drinkwater staat en laat de teef regelmatig uit. Weeg de pups dagelijks en noteer de gewichten.
U kunt zo kijken of ze genoeg melk binnenkrijgen. De pups horen nu veel te slapen en groeien goed. Als er onrust in het nest is, is er iets niet in orde. De pups hebben honger of ze kunnen ziek zijn.
Neem contact op met uw dierenarts als een pup traag en koud aanvoelt, als de pups afvallen of als er onrust in het nest heerst. De teef zal haar puppy's ongeveer drie weken lang zogen. Daarna kunnen de puppy's overgaan op puppyvoeding, en na vijf tot zeven weken zijn ze volledig gespeend. Heel vaak zijn de pups al vóór de geboorte in de baarmoeder besmet met spoelwormen en daar kunnen ze behoorlijk beroerd van worden. Ontworm ze daarom op een leeftijd van 2, 4 en 6 en 8 weken. Ontworm de moederhond tegelijk met de pups!
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken