Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
De aanwezigheid van vlooien is een probleem dat regelmatig voorkomt bij huisdieren.
De verschijnselen kunnen zijn: plotselinge jeuk, met name op de onderrug, buik en liezen en in de halsbandstreek. Het is niet altijd even makkelijk om een vlooienbesmetting vast te stellen. Vooral bij dichtbehaarde dieren of dieren met een donkere of lange vacht zijn deze kleine watervlugge insecten moeilijk te vinden.
Uit onderzoek is gebleken dat 99% van de vlooien in de omgeving zitten en slechts 1% op uw huisdier. De vlo die u bij uw dier ziet is dus het topje van de ijsberg!! U kunt daarom beter uitkijken naar de aanwezigheid van "vlooienpoepjes": kleine zwartbruine korreltjes die zich tussen de haren bevinden. Een test of dit zwartbruine goedje van de vlo komt of aarde is, is de volgende proef: Leg wat van de poepjes op een witte ondergrond en druppel er een paar druppels water op: het “vlooienpoepje” zal bruinrood verkleuren: het is gestold bloed van uw huisdier, opgezogen en deels verteerd door de vlo!
Om de vlo afdoende te bestrijden, is het essentieel om iets van de biologie van de vlo af te weten. Bij de ontwikkeling van de vlo zijn vier stadia te onderscheiden: ei, larve, pop en volwassen vlo.
Om aan bloed te komen bijt de vlo een klein bloedvat aan en zuigt het hieruit stromende bloed op. Om te voorkomen dat dit bloed gelijk stolt, spuit de vlo een klein beetje speeksel in de huid. Dit speeksel bevat een eiwit wat de bloedstolling remt. Sommige dieren vertonen echter een allergie voor vlooienspeeksel, waardoor een vlooienbeet er voor kan zorgen dat het dier zich gedurende 5-7 dagen geen raad weet van de jeuk.
Ook oude - vroegere - bijtplekken kunnen na een nieuwe beet gaan meedoen met de reactie die uitgebreide huidontstekingen kan geven. Herhaalde vlooienbeten prikkelen bij dieren met deze aanleg het immuunsysteem waardoor op een bepaald moment een soort drempel wordt overschreden. Vanaf dat moment zal elke volgende vlooienbeet tot een overmatige reactie leiden. Ernstige en langdurige jeuk is het gevolg. In de eerste vier levensmaanden is het immuunsysteem extra gevoelig voor het ontwikkelen van een dergelijke overgevoeligheid. Als dat is gebeurd blijft deze allergie helaas vaak levenslang aanwezig.
Omdat een vlo zodra hij of zij een dier heeft besprongen vrijwel onmiddellijk (binnen enkele minuten!) bijt om bloed te gaan zuigen, is het niet voldoende om bij deze patiënten volledig te vertrouwen op middelen die slechts de volwassen vlo op het dier doden. Dat vergt namelijk minstens enige uren, en dan is de overgevoeligheidsreactie door het bijten van de vlo al lang begonnen. Het is dus niet mogelijk om een vlo die op de hond of kat is gesprongen zo snel dood te maken dat die vlo niet de tijd zou krijgen om te bijten: iedere vlo bijt!
Ergens in zijn omgeving heeft uw huisdier zich besmet, dit heeft niets te maken met de goede verzorging die u hem geeft. Voor een doeltreffende vlooienbestrijding dient een volledig vlooienbestrijdingsplan te worden uitgewerkt. Belangrijk is dat zowel het probleem op het dier als in de omgeving wordt aangepakt. Als u uitsluitend het dier behandelt, blijven eitjes, larven en cocons in de omgeving doorgroeien. Het probleem in de omgeving is vaak groter dan men vermoedt. Een vlooienprobleem is helaas niet in één uur op te lossen. Na behandeling kan het tot 2 weken duren voor alle vlooien op het dier en in de omgeving gedood zijn.
Let op: Niet alle vlooienbestrijdingsmiddelen zijn even effectief. Biobandjes, homeopathische druppeltjes, knoflookpillen en halsbandzendertjes hebben helaas geen aantoonbaar effect op de vlo. Vraag daarom bij de dierenarts na wat de beste middelen zijn.
Wat wel werkt: Slechts 5% van het totale vlooienprobleem bestaat uit volwassen vlooien op de hond of kat. Eitjes, larven en poppen in de omgeving nemen de overige 95% voor hun rekening. Een structurele aanpak die gericht is op alle levensfasen van de vlo verdient dan ook de voorkeur: door effectief op meerdere plaatsen in te grijpen in de levenscyclus van de vlo ontstaan er geen nieuwe generaties vlooien meer en wordt de hond of kat niet meer geplaagd door nieuw aanbod van hongerige vlooien uit de omgeving. Vroeger betekende dat de noodzaak om allerlei middelen te combineren.
Tegenwoordig bestaan er handige spot-on’s, of druppels in de nek, die worden toegepast op het dier. Zij maken niet alleen de volwassen vlooien op het lichaam dood maar werken ook in de omgeving! Door verspreiding van de werkzame stof via haren, huidschilfers en uitwerpselen van volwassen vlooien worden ook de eitjes en larven in de omgeving gedood.
Zowel bij de hond als ook de kat kan de lintworm worden overgebracht door vlooien. De met lintwormlarven besmette vlooien worden bij het verzorgen van de vacht door uw huisdier gevangen en opgegeten. In de darm komen deze lintwormlarfjes bij vertering van de vlo vrij en groeien dan uit tot volwassen lintwormen. Van deze lintwormen treffen we de losse witte segmenten ( zo groot als een rijstekorrel) aan op de ontlasting, rond de anus van uw dier en op de ligplaatsen van uw dier. De lintwormen zijn goed te bestrijden met lintwormtabletten. Niet elke ontworming bevat het stofje dat ok lintwormen doodt! Om te voorkomen dat de lintwormen telkens terugkeren, moeten echter ook de vlooien te worden aangepakt. Lintwormbestrijding zonder een afdoende vlooienbestrijding is dan ook niet succesvol.
Heeft u vragen over bovenstaand artikel? Wilt u goede producten tegen vlooienbestrijding? We hebben in de kliniek de meeste producten op voorraad. U kunt ook bellen voor advies, dat kan via 030-2615192
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken