Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
Een inenting, ook wel vaccinatie genoemd, traint het afweersysteem tegen bepaalde infectieziektes (bijvoorbeeld parvo).
Bij een vaccinatie gaat het afweersysteem van de hond afweerstoffen maken tegen de ziekte waartegen is gevaccineerd. De hond is daardoor een bepaalde periode beschermd tegen die ziekte. Het vaccin bevat zwakke of dode ziekteverwekkers, waardoor de hond na vaccinatie niet ziek wordt. Om het effect van de enting te laten voortbestaan, moet er regelmatig opnieuw gevaccineerd worden. Vaccineren moet de gezondheid van onze hond bevorderen en daarom is het belangrijk hier goed over na te denken.
De ontwikkeling in de diergeneeskunde gaat ook door. Fabrikanten van vaccins kunnen betere producten ontwikkelen waardoor de beschermingstijd verlengd wordt. Elk jaar een hond volledig vaccineren is niet meer van deze tijd. Samen met de dierenarts wordt bekeken welke entingen in welke frequentie voor uw hond in zijn/haar leefsituatie gewenst zijn.
Waarom inenten? In ons land komt een aantal besmettelijke en levensbedreigende hondenziekten voor. Sommige zijn (dankzij de mogelijkheid tot vaccineren) zeldzaam geworden, andere treden nog regelmatig op. Tegen een aantal ziekten kan uw hond gevaccineerd worden. Op die manier maakt het lichaam antilichamen aan tegen de ziekteveroorzakers en is uw hond beschermd. Zeker waar het ernstige en vaak dodelijke ziekten betreft is dit erg belangrijk. Normaal gesproken worden alle pups ingeënt en ook daarna worden de vaccinaties regelmatig herhaald. Door deze vaccinatieprogramma’s is een aantal hondenziekten in ons land flink teruggedrongen.
Een jaarlijkse gezondheidscontrole bij honden is heel gebruikelijk. Een jaar is immers een behoorlijke periode in een hondenleven en in die tijd kan er veel veranderen. Bij deze controle worden oren, huid, ogen, gebit, de belangrijkste lymfeknopen en uitwendige geslachtsorganen nagekeken. Hart en longen worden beluisterd, de hond wordt gewogen en de voedingstoestand van de hond wordt beoordeeld. Aan de hand van de bevindingen krijgt u advies over voeding, verzorging en gedrag. Natuurlijk is er ook gelegenheid om vragen te stellen.
Aan het eind van het bezoek bespreken we de noodzakelijke wormen- en parasietenbestrijding. Ook overleggen we welke vaccinaties zinvol zijn voor het komende jaar in verband met de gezondheid van de hond en eventueel bezoek aan buitenland, pension, cursussen, shows en dergelijke.
Ziekten als hondenziekte, leverziekte, paraïnfluenza, ziekte van Weil en parvo komen in Nederland nog maar zelden voor. Daardoor vergeten we bijna dat ze vroeger veel leed veroorzaakten. Die tijd is gelukkig voorbij, maar nog steeds is het belangrijk dat bijna alle honden worden gevaccineerd. Een hoog percentage is belangrijk om de infectieziekten buiten de deur te houden. Als er namelijk veel ongevaccineerde honden zijn, kunnen ronddwalende ziektekiemen vatbare honden besmetten. Alleen als een infectieziekte wereldwijd is uitgeroeid, vervalt de noodzaak van vaccinatie.
Vaccineren helpt het immuunsysteem van de hond. Het zorgt ervoor dat het lichaam op gecontroleerde wijze antistoffen en afweercellen aanmaakt tegen de ziekmakers. Het lichaam doet dat ook als een hond de echte ziekte krijgt, maar de risico´s zijn dan veel groter. Bij zo’n natuurlijk opgelopen besmetting is het afwachten hoe ernstig de infectie is en welke gevolgen die zal hebben. Jonge dieren krijgen bij de geboorte afweerstoffen mee van de moeder, die hen beschermen gedurende de eerste weken van hun leven. Nadien dient het door vaccinatie zelf zijn afweer op te bouwen. Hiervoor zijn meestal meerder inentingen nodig. Voor enkele ziekten zijn vaccinaties mogelijk en voor elke vaccinatie bestaat een ideale leeftijd, waarover wij u hierbij informeren.
Omdat de opgebouwde weerstand geleidelijk terugloopt, is het aan te bevelen de vaccinaties te herhalen, zodat de bescherming betrouwbaar blijft. We overleggen dan met u welke vaccinaties voor uw hond zijn aan te raden. We houden de toegediende vaccinaties bij op de patiëntenkaart van uw hond en sturen u bericht als het tijd is voor de jaarlijkse herhaling. De vaccinaties worden bovendien genoteerd in het vaccinatiepaspoort van de hond, zodat u in voorkomende gevallen kunt aantonen dat de hond voldoende is ingeënt.
Buitenland, zie ook uw hond mee op vakantie:
Bij een bezoek aan het buitenland gelden sinds 3 juli 2004 nieuwe regels. Binnen de EU-landen, Noorwegen, Zwitserland, IJsland en de Europese ministaatjes luiden die als volgt:
Als uw huisdier naar het pension gaat wordt er vaak een aparte enting tegen kennelhoest verreist. Het meest effectief is een neusdruppelenting. Kennelhoest (Infectieuze Tracheobronchitis) is een aandoening, die veroorzaakt kan worden door een aantal virussen en bacteriën. De ziekte dankt zijn naam aan het feit dat vooral die honden de ziekte oplopen, die in de stresssituatie van een kennel zitten, waarbij veel honden vlak bij elkaar zitten en er voortdurend geblaft wordt.
Het meest opvallende symptoom van de ziekte is het voortdurend hoesten, luidruchtig de keel schrapen en soms slijm opgeven. Vaak heeft het baasje de indruk dat er iets in de keel zit. Kennelhoest wordt voornamelijk veroorzaakt door een infectie met het paraïnfluenzavirus, het adenovirustype 2, of de bacterie bordetella bronchoseptica. Het paraïnfluenzavirus is zeer besmettelijk en veroorzaakt ontstekingen en kleine bloedinkjes op het slijmvlies van de luchtwegen. Het adenovirus type 3 lijkt in werking sterk op het paraïnfluenzavirus en geeft ook ontstekingen in het longweefsel, waardoor vrij gemakkelijk een bacteriële longontsteking zou kunnen ontstaan. bordetella bronchoseptica is één van de bacteriën, die vaak gevonden wordt bij kennelhoest, of als een secundaire infectie, of als verwekker van de ziekte.
Bescherming tegen de hierboven genoemde virussen en bacteriën is in ieder geval goed mogelijk door middel van een jaarlijkse vaccinatie. Net als bij de griepprik voor mensen kan helaas niet voorkomen worden dat de betreffende hond absoluut niet meer verkouden wordt. Er zijn veel meer factoren, die een rol kunnen spelen bij het oplopen van een keelontsteking of verkoudheid (kennelhoest). De enting beschermt wel tegen complicaties van kennelhoest (b.v. longontsteking) en geeft meer weerstand zodat uw hond minder snel een luchtweginfectie zal oplopen.
Zoals elke medische ingreep kan ook vaccinatie bijwerkingen hebben. Zo komt heel soms een allergische reactie voor. In de pers en op internet doen af en toe verhalen de ronde over het ‘gevaar’ van vaccineren, met name over ongewenste bijwerkingen. Deze zijn echter overtrokken en verbanden tussen vaccinaties en later ontstane ziekten blijken meestal achteraf wetenschappelijk niet te kloppen.
Om een vaccinatie zo efficiënt en veilig mogelijk te maken kunt u uw hond beter niet laten vaccineren als hij of zij:
Naast het feit dat een goede ontworming sowieso wordt aanbevolen is het ook goed om te weten dat ontworming twee weken voor de vaccinatie een betere immuniteitsopbouw na vaccinatie geeft. Gebleken is namelijk dat worminfecties een remmende invloed op het immuunstelsel hebben, waardoor de immuniteitsopbouw na vaccinatie dus wat wordt geremd. Om de maximale immuniteitsopbouw na vaccinatie te kunnen krijgen wordt dus aanbevolen om twee weken voor de vaccinatie de hond te ontwormen.
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken