Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
Teken zijn kleine spinachtige beestjes die vooral in hoog gras en lage bosjes zitten.
Ze variëren in grootte van een halve tot enkele millimeters. Ze worden zelden groter dan een centimeter. Teken zijn parasieten en leven van bloed dat ze opzuigen bij dieren en mensen.
De meest riskante gebieden in Nederland zijn de Flevopolder, het Gooi, de Utrechtse Heuvelrug, de regio Arnhem-Apeldoorn, Zeeland en het noorden van Limburg. Vooral de Flevopolder is berucht: honden en wandelaars die daar van de paden afwijken kunnen er soms meer dan 100 tekenbeten oplopen!
Voor de baasjes: wijk nooit van de wandelpaden af en vermijd contact met struikgewas en hoog gras. Zorg ervoor dat alle lichaamsdelen bedekt zijn. Draag dus geen korte broek en korte mouwen. Stop in risicogebieden desnoods de broekspijpen in de sokken. Teken kunnen namelijk zelfs door de kleinste openingen naar binnen kruipen. Controleer 's avonds na verblijf in de natuur de huid op de aanwezigheid van teken. Zoals gezegd kunnen ze bijna overal zitten.
Teken voeden zichzelf met het bloed van verschillende "gastheren", ( mensen of dieren gebeten worden door een teek). Teken zitten meestal in hoog gras of laag struikgewas, en grijpen zich vast aan een passerende gastheer. Vervolgens kruipen ze naar een geschikte plek om te voeden, meestal waar de huid goed doorbloed is. Teken hechten zich bij voorkeur vast op plaatsen waar de huid zacht, vochtig en warm is.
Meestal lopen ze naar de kop, maar je kunt ze aantreffen achter de oren in de haren, tussen huidplooien, tussen tenen, in de knieholte, onder de elastiek van ondergoed of kousen, maar ook op andere plaatsen. Aldaar boren ze hun monddelen door de huid, waarna ze redelijk stevig vastzitten en de bloedmaaltijd kan beginnen. Dit duurt vrij lang: wel 24-48 uur, waarna de sterk opgezwollen teek zichzelf van de gastheer laat vallen.
Omdat de voeding vrij lang duurt, duurt het meestal ook vrij lang voordat eventuele ziekteverwekkers van de teek op gastheer overgedragen kunnen worden. Dit betekent dat een snelle verwijdering minder kans geeft op overdracht van ziektes.
Teken kunt u het beste verwijderen met een tekenpincet. Hierbij moet de grijper van de pincet op de kop gezet worden en niet het lichaam, waarna de teek gemakkelijk met een draaiende beweging verwijderd kan worden.
Na het verwijderen van de teek kunt u het beste het wondje even ontsmetten met betadine of sterilon, om een plaatselijke ontstekingsreactie zoveel mogelijk te voorkomen. Een kleine ontstekingsreactie, met roodheid en verdikking van de huid, ontstaat meestal toch, maar gaat vrij snel vanzelf weer over.
Er lijkt de laatste jaren een toename te zijn van teken en tekenbeten. Dit zou verklaard kunnen worden door een toename van het aantal gastheren van teken en een toename van de recreatie in gebieden met veel teken (zoals bossen).
In Nederland kan de Ixodes Ricinus teek 2* ziekten overbrengen: ziekte van Lyme bij mens, hond en paard, en Ehrlichiose bij mens, hond en herkauwer. De Dermacentor Reticulatus teek kan de voor de hond gevaarlijk ziekte Babesiose overbrengen, wat vooral in zuidelijke landen voorkomt, maar sinds kort ook op enkele plaatsen in Nederland.
*Teken kunnen nog meer ziekten overbrengen, maar deze zijn in dit verhaal niet van belang.
De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Deze bacterie wordt verspreid door het speeksel van Ixodesteken. De afgelopen jaren zijn Ixodesteken in verschillende gebieden in Nederland onderzocht, en daaruit bleek dat de Borreliabacterie in 10 – 40% van de teken voorkomt.
De bacterie komt via het speeksel van de teek in het bloed van hond of mens en kan van daaruit op verschillende plekken in het lichaam ziekte veroorzaken.
Bij de hond kan net als bij de mens een zich uitbreidende rode vlek ontstaan rondom de beet, maar deze is meestal niet te zien door de vacht. Andere klachten die daarna ontstaan zijn koorts, gepaard gaande met lusteloosheid en sloomheid, vaak in combinatie met kreupelheid, waarbij er gewrichten gezwollen kunnen zijn. Deze klachten zij helaas niet specifiek voor de ziekte van Lyme , dus als een dier verdacht is dan moeten met verder onderzoek eventuele andere oorzaken uitgesloten worden.
Met bloedonderzoek is vast te stellen of een dier in contact is geweest met de bacterie Borrelia Burgdorferi, maar deze test is helaas niet bewijzend, omdat ook gezonde dieren verhoogde waarden kunnen hebben. Deze zijn dan ook door een besmette teek gebeten, maar zijn hier nooit ziek van geworden. Dit komt vrij vaak voor omdat de weerstand tegen de ziekte van Lyme vrij groot is.
Gelukkig komt de ziekte van Lyme ondanks veel besmette teken gelukkig niet zo vaak voor, maar de diagnostiek is hierdoor bepaald niet eenvoudig. De ziekte zelf is, als de diagnose gesteld is, goed te behandelen met een antibioticumkuur.
Onbehandelde dieren kunnen ernstiger klachten krijgen: nierfalen en hersenvliesontstekingen, welke helaas niet goed te behandelen zijn. Preventie van tekenbeten en letten op de eerste verschijnselen is dus belangrijk.
Door een tekenbeet kan ook een virus worden overgedragen dat een hersenvliesontsteking of hersenontsteking veroorzaakt. De ziekte komt sinds kort ook voor in Nederland. De klachten in de eerste fase (2-7 dagen) kunnen zijn: verhoging/koorts, spier- en gewrichtspijnen, misselijk worden en overgeven, vermoeidheid.
Hierna heeft een patiënt ongeveer een week geen klachten. In de tweede fase kunnen de hersenen, hersenvliezen en ruggenmerg ontstoken raken. Daarbij kunnen de volgende klachten ontstaan: sufheid, slaperigheid, verlammingen, niet goed tegen het daglicht kunnen, misselijkheid en duizeligheid. Er bestaan geen medicijnen om teken-encefalitis te genezen. De ziekte kan niet van hond op hond of van hond op mens worden overgedragen.
Deze ziekte komt vooral voor bij uit zuidelijke landen geïmporteerde honden, of honden die mee zijn geweest op vakantie, maar is ook een enkele keer geconstateerd bij een hond die niet buiten Nederland is geweest. In Nederland is de ziekte dus vrij zeldzaam.
Deze ziekte wordt veroorzaakt door een parasiet die zich nestelt in witte bloedcellen en in de wanden van bloedvaten. De Duitse Herder lijkt gevoeliger te zijn voor deze ziekte dan andere rassen.
De incubatietijd (= tijd tussen besmetting en ziekte) is 5 – 20 dagen, waarna uw hond de volgende klachten kan krijgen: Eerst treedt de acute fase op met koorts, braken, benauwdheid, niet willen eten, sloomheid, opgezette lymfeklieren en soms een verhoogde bloedingsneiging. Aan de acute fase kunnen zwakke dieren overlijden. Deze fase duurt 2 – 4 weken.Dan volgt een periode zonder verschijnselen, zodat het lijkt of de hond beter is. In deze fase, die maanden tot jaren kan duren, heerst er evenwicht tussen de weerstand van de hond en de parasitaire infectie. In deze fase kan de hond periodes hebben met koorts en slechte eetlust.
Aansluitend kan een chronische fase aanbreken. Dit gebeurt echter niet bij alle honden, en is onder andere afhankelijk van de weerstand en conditie van de hond. De ernst van de chronische fase kan variëren, en kan mild of ernstig verlopen, waarbij er een zeer uitgebreid scala aan symptomen kan optreden. De ernstige vorm van de chronische fase kan gepaard gaan met sloomheid, vermageren, verhoogde bloedingsneiging,bv neusbloedingen, ontstekingen aan de ogen, artritis, zenuwverschijnselen, braken, diarree, bloedarmoede. Het risico op doodbloeden is aanwezig, net als het risico dood te gaan aan een bijkomende infectie met een andere ziektekiem.
Ook Ehrlichiose is met een antibioticumkuur vrij goed te behandelen, maar dieren met een slechte weerstand kunnen aan de gevolgen van de ziekte overlijden.
Deze ziekte wordt overgebracht door de Dermacentor teek, en komt in zuidelijke landen, ongeveer vanaf midden Frankrijk frequent voor. Het verspreidingsgebied lijkt zich echter naar het noorden toe uit te breiden! Zo zijn er in Nederland meerdere locaties ontdekt waar deze teek voorkomt en de ziekte babesiose bij honden heeft veroorzaakt zonder dat deze honden in het buitenland waren geweest.
Genoemde locaties zijn: "De Scheveningse bosjes" bij Den Haag, "De Rijkerswoerdse Plassen" ten zuiden van Arnhem, maar ook natuurgebieden in west Brabant! Mogelijk zijn er meer locaties die nog niet bekend zijn.
De ziekte Babesiose wordt veroorzaakt door een parasiet die zich in de rode bloedcellen nestelt, wat leidt tot beschadiging en uiteindelijk het kapotgaan van deze cellen. De incubatietijd tussen besmetting en ziekte is 1 – 2 weken.
De hond wordt sloom, gaat slecht eten of stopt hier helemaal mee, en krijgt koorts. Door afbraak van rode bloedcellen gaat de urine meestal rood kleuren, en de slijmvliezen, oogwit en huid van de hond verkleurt geel: geelzucht.
Soms kunnen parasieten bloedvaten in de hersenen beschadigen, waardoor afwijkend gedrag en afwijkende bewegingen of verlammingen kunnen ontstaan. Deze vorm van Babesiose komt echter zelden voor.
Met de juiste medicijnen is Babesiose te behandelen, maar de ziekte kan dusdanig heftig verlopen dat de hond het niet overleeft of flinke orgaanbeschadigingen kan oplopen.
Dat een beet van een teek kan leiden tot de ziekte van Lyme was al bekend. Inmiddels is bekend dat een tekenbeet ook kan leiden tot teken-encefalitis, een vorm van hersen(vlies)ontsteking. Des te meer reden om een beet te voorkomen dus. Neem voor informatie over een goede tekenbestrijding contact op met een van onze medewerkers.
De beste manier om exotische ziekten te voorkomen is natuurlijk het niet meenemen van het huisdier naar het buitenland.
Daarnaast moet u zowel in Nederland als in het buitenland de hond na de wandeling nakijken op teken. Ze lopen dan nog los op de vacht en zijn er zo vanaf te pakken. Als u teken vindt die al vast zitten dan moet u deze op de hierboven beschreven wijze zo snel mogelijk (laten) verwijderen.
Als uw hond meegaat naar het buitenland, dan is het verstandig om ruim een maand voor vertrek (bv tegelijk met de hondsdolheidenting) te beginnen met informeren hoe de teken het best bestreden kunnen worden. De dierenarts kan u adviseren met welke middelen u de hond het beste kunt beschermen. Hiermee houdt hij rekening met waar u heen gaat met vakantie. Omdat in het buitenland nog andere exotische ziekten voorkomen die door andere stekende insecten dan teken worden overgebracht kan een combinatie van producten wenselijk zijn.
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken