Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
Zowel bij het introduceren van twee onbekende katten, als bij het herintroduceren van twee katten die problemen met elkaar (gehad) hebben, is het belangrijk dat u de katten rustig aan elkaar laat wennen.
Maar ook als u nog geen ander katten of dieren in huis heeft, is het belangrijk om de kat eerst aan één kamer te laten wennen, voordat u het hele huis vrijgeeft.
Katten zijn omgevingsdieren die eerst graag alles verkennen en geuren willen opnemen en afgeven. Als u het dier in een keer uw hele huis ter beschikking geeft, kan dit teveel zijn voor de kat en veel stress opleveren.
In geval van het introduceren van twee katten die elkaar nog niet kennen, is het zeer onverstandig om de katten direct bij elkaar te plaatsen om te kijken of het misschien meteen goed gaat. U krijgt maar éénmaal de kans voor de 1e ontmoeting en als deze slecht verloopt, is deze kans verspild.
Hieronder vindt u een schema dat u kunt volgen om de katten (weer) bij elkaar te introduceren. De duur van deze introductie ligt tussen de twee dagen en twee weken, afhankelijk van de achtergrond en de karakters van de katten.
Geef beide katten een eigen kamer. Dit kan een slaapkamer zijn, of bijvoorbeeld de badkamer. Het zal een ruimte moeten zijn waar alleen deze kat mag komen, met een eigen kattenbak, water en voer. De kamer moet afsluitbaar zijn met een deur.
Laat afwisselend de katten de rest van het huis verkennen, dus één deur van de afgesloten kamers open. Doe dit gedurende een aantal uren. Sluit vóór de andere kat los mag, eerst de loslopende kat weer op. Op deze manier kunnen ze ongestoord om de beurt het huis verkennen en hun geursporen afzetten.
Als de katten elkaar gaan opzoeken, bijvoorbeeld onder de deur te gaan kijken van de kamer van de andere kat én dit zonder blazen en/of grommen gaat, dan kunt u ze samen los gaan voeren. Dit dient u het liefst te doen als er nog iemand anders aanwezig om u te helpen, omdat de katten nu direct gevoerd dienen te worden.
U voert de katten met iets extra lekkers op elke meters van elkaar. Het eerste contact dat de katten met elkaar hebben wordt op deze manier positief beloond. Na het eten geven gaan beide katten weer terug naar hun eigen kamer.
U kunt dit een aantal keren per dag doen, al naar gelang uw eigen tijd.
Als dit alles goed verloopt, kunt u de katten onder toezicht na het eten steeds iets langer bij elkaar laten.
Weet u zeker dat er geen problemen tussen beide katten zijn, dan kunt u ze ook zonder toezicht bij elkaar laten.
Katten leven in sociale groepen. Het is niet automatisch zo dat meerdere katten in een huis tot 1 sociale groep behoren: in één huishouden met meerdere katten kunnen meer sociale groepen bestaan. Een sociale groep kan bestaan uit één of meerdere katten.
Hoe kunt u herkennen hoeveel sociale groepen u in huis heeft? Katten uit dezelfde sociale groep hebben onderling regelmatig contact met elkaar, ze wassen elkaar, spelen samen, slapen tegen elkaar aan en eten samen of naast elkaar. Katten die niet tot dezelfde sociale groep behoren, kunnen echter wel in dezelfde ruimte leven. Ze kunnen zelfs op hetzelfde warme bed slapen, maar liggen dan op afstand van elkaar, meestal met hun koppen de andere kant op (‘wat ik niet zie, is er niet’). Ze eten liever apart of ervaren stress als ze verplicht samen moeten eten. Het is handig om voor de introductie van een nieuwe kat, de bestaande sociale groepen goed in kaart te brengen.
Indien u een nieuwe kat - of zelfs een sociale groep van meerdere katten - bij elkaar wil brengen, dient u er rekening mee te houden dat iedere sociale groep een eigen veilige ruimte nodig heeft, met zijn eigen voorzieningen zoals water, voer en voldoende kattenbakken.
Het aantal benodigde kattenbakken in huis is: per kat één bak, plus een extra bak. Bij grotere kattengroepen kunt u per sociale groep minimaal twee kattenbakken hanteren.
Feromonen zijn lichaamseigen stoffen, die het de kat mogelijk maken om met zijn omgeving te communiceren. Met behulp van feromonen kan de kat op verschillende manieren boodschappen afgeven, zoals:
Omdat katten communiceren met geuren is het zeer nuttig om hiervan gebruik te maken bij de introductie. Een handig hulpmiddel hierbij is Feliway, een middel met synthetische feromonen.
Gezichtsferomonen worden ook wel de “vertrouwdheidmarkeringen” genoemd, omdat de kat deze aanbrengt wanneer hij zich veilig voelt in een vertrouwde omgeving.
U hebt uw kat vast wel eens gadegeslagen terwijl hij met zijn kop, van kin tot oor, ergens tegenaan wrijft. Op dat moment geeft hij gezichtsferomonen af.
Ook u kunt gebruik maken van de eigen feromonen van de katten, door met een washandje over de ene kat te aaien langs de kaaklijn en daarna de andere kat ermee te aaien. Dit herhaalt u dan ook weer bij kat nummer 1 en zo vermengen de geuren zich met elkaar.
Het voordeel van de Feliway-verdamper is dat u deze in het stopcontact kunt doen. Zo wordt er een constante hoeveelheid feromonen in de lucht gebracht die de stress van uw kat(ten) kunnen verlagen en voorkomen.
Eerst zet u de kat in zijn aparte ruimte en laat u het dier wennen aan het huis, zonder dat de hond in beeld komt. Aai uw nieuwe kat en uw hond, zodat de dieren aan elkaars geur wennen. Wanneer uw kat op zijn gemak is in zijn nieuwe huis, kan de kennismaking beginnen.
Voorkom dat de hond achter de kat aangaat, door de hond aan te lijnen en/of vast te houden aan zijn riem, of hem in een bench te zetten. U leidt de hond bij het zien van de kat af met iets lekkers en beloont hem voor goed gedrag.
Geef de kat gelegenheid om uit zichzelf uit ‘zijn’ kamer te komen. U kunt de kat lokken met iets lekkers. Zorg ervoor dat er op de kattenkamer dan even geen eten meer heeft gestaan, zodat de kat trek heeft en dus gemotiveerd is om naar het voer toe te komen. Het voer moet u niet dicht bij de hond neerzetten, maar op een veilige afstand zodat de dieren elkaar wel kunnen zien en ruiken. Voor de kat is het fijn als hij kan eten vanaf een verhoging.
U kunt uw hond los laten lopen als u weet dat hij niet op katten reageert. Laat wel de riem aan de halsband zitten: mocht hij onverhoopt toch achter de kat aanjagen, dan is hij gemakkelijker te pakken.
Als dit goed gaat, kunnen de dieren een paar uur per dag samen zijn onder uw toezicht. Zorg ervoor dat de kat zich kan terugtrekken naar een eigen veilige plek waar de hond niet kan bijkomen, zoals een andere ruimte of een doos, mandje of hangmat. Katten leven driedimensionaal en zitten graag hoog om alles goed te kunnen overzien. Een klimpaal biedt de kat de mogelijkheid om veilig en rustig de kamer (en hond) te bekijken.
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken