Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
Het gebit van een konijn bestaat uit twee ondersnijtanden, twee bovensnijtanden, twee stifttanden (in de bovenkaak, achter de bovensnijtanden) en 20 kiezen.
Net als bij knaagdieren blijven de tanden van het konijn hun hele leven doorgroeien, zo’n 2 tot 2,5mm per week. Ook de kiezen groeien het hele leven door. Bij een normaal gebit staan de bovensnijtanden voor de ondersnijtanden en raken de ondersnijtanden de stifttanden. Hierdoor slijten de snijtanden netjes af. Het konijn kauwt op zijn voer door zijn kiezen horizontaal te bewegen. Hierdoor slijten ook de kiezen netjes op elkaar af.
Het blijven doorgroeien van de tanden en kiezen bij konijnen draagt nogal eens bij aan het ontstaan van gebitsproblemen. Er zijn twee belangrijke factoren die een rol spelen bij de gebitsproblemen bij het konijn: de stand van de kiezen en snijtanden en de voeding die ze krijgen.
Bij veel konijnen staan de kiezen niet mooi op elkaar. Hierdoor groeien de kiezen naar binnen of naar buiten. Als ze naar binnen groeien zie je soms dat er een brug kan ontstaan. Doordat de kiezen in het midden naar elkaar toe groeien tot ze bij elkaar komen kan het konijn de tong niet meer bewegen waardoor het eten erg moeilijk tot onmogelijk wordt. De delen die naar buiten of naar binnen groeien vormen scherpe haakjes die in de wang of tong steken. Vaak stopt het konijn dan ook met eten. Hetzelfde ontstaat ook als de voortanden niet goed op elkaar staan. Hierdoor ontstaan zogenaamde 'olifantstanden'. De voortanden krullen dan naar buiten of zelfs naar binnen, waar ze in het gehemelte prikken of soms zelfs door de lip heen groeien.
Een afwijkende stand van het gebit bij het konijn kan genetisch zijn, maar ook te maken hebben met een calciumtekort in het voer. Wanneer een konijn te weinig calcium via het voer binnenkrijgt, ontstaat er een tekort aan calcium in het voer. Om toch aan calcium te komen zal het lichaam het calcium halen uit het kaakbot. Dit veroorzaakt botontkalking en die botontkalking kan leiden tot afwijkende standen van de kiezen en snijtanden.
Konijnen hebben voeding nodig waar ze heel lang op moeten kauwen. De basis van het menu van het konijn is hooi. Hooi is erg vezelrijk en zorgt ervoor dat de darmen in beweging blijven, en daarnaast ook voor een goede afslijting van het gebit.
De voortanden van uw konijn kunt u zelf heel gemakkelijk controleren door de lipjes iets op te tillen. De kiezen zijn zonder instrumenten niet te bekijken.
Het eerste signaal voor gebitsproblemen is dat een konijn minder gaat eten of stopt met eten. Vaak toont het konijn wel interesse in het voer maar eet hij of zij het niet op, of minder dan normaal. Als dit het geval is, neem dan meteen contact op met uw dierenarts. Konijnen moeten namelijk blijven eten anders gaan hun darmen stil liggen en kunnen ze in korte tijd ernstig ziek worden. Andere dingen die op kunnen vallen bij gebitsproblemen zijn een natte kin, gewichtsverlies, een slechte vacht en extreem tanden knarsen.
Ook wortels van gebitselementen kunnen doorgroeien naar boven of beneden. Als je zwellingen of abcessen onder aan de kaak ziet kun je hier aan denken.
Doorgroeiende tanden en kiezen kunnen door de dierenarts op normale lengte geslepen of geknipt worden. Bij een gebitsbehandeling wordt het gehele gebit bekeken van het konijn en indien nodig worden gebitselementen ingekort waarna het konijn meteen na de behandeling weer lekker kan eten!
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken