Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
De hond stamt af van de wolf en is een echte carnivoor of vleeseter. Het gebit van de hond heeft de functie om een prooi mee te vangen en te verscheuren: daarom heeft hij grote en sterke hoektanden en scheurkiezen.
Een hond wordt geboren zonder tanden en kiezen. Tussen de derde en twaalfde week na de geboorte komt het melkgebit door. Tussen de 4e en 7e maand gaat de hond de melktanden en -kiezen wisselen voor het volwassen gebit. Het gebit van de volwassen hond bestaat uit 12 snijtanden, 4 hoektanden en 26 kiezen.
Gebitsproblemen bij de hond kunnen voorkomen op alle leeftijden. Het is daarom belangrijk om regelmatig het gebit van uw hond te (laten) controleren.
Wanneer een melktand te lang aanwezig blijft of helemaal niet uitvalt heeft dat grote gevolgen voor de nieuwe, blijvende tand: deze kan op de verkeerde plek doorbreken en in de verkeerde richting uitgroeien.
Meestal gaat het om persisterende melkhoektanden. De melkhoektanden horen te wisselen tussen de 5e en 7e levensmaand. De blijvende hoektand groeit rond deze periode uit en drukt tegen de wortel van de melktand aan. De wortel van de melkhoektand lost op, waardoor de melkhoektand los komt te zitten en uiteindelijk uitvalt. Als de blijvende hoektand de wortel van de melkhoektand niet goed aanraakt, zal de wortel van de melkhoektand niet oplossen en blijft deze dus zitten. De blijvende tand heeft dan onvoldoende ruimte om op de juiste plaats uit te groeien. Als er niet wordt ingegrepen in deze situatie kan dit leiden tot een afwijkende stand van het gebit. Hierdoor kunnen problemen ontstaan met het sluiten van de bek en kan de afwijkende hoektand tegen de kaak of andere tanden aankomen.
Persisterende melkhoektanden komen voor bij alle rassen, maar worden vooral gezien bij de kleinere rassen zoals de Chihuahua, Maltezer en Shi Tzu.
Het is dus erg belangrijk om het wisselen bij pups goed in de gaten te houden zodat er op tijd ingegrepen kan worden als dat nodig is. Als er sprake is van één of meer persisterende melkhoektanden moet er een afspraak worden gemaakt om deze te verwijderen. Deze operatie vindt plaats onder narcose en is soms nog een behoorlijk langdurige operatie, omdat ook de wortel verwijderd moet worden en de melktand soms nog erg vast zit.
Afgebroken melkhoektanden bij pups komen regelmatig voor. Een melkhoektand kan afbreken door het stoeien met andere pups, of door het trekken van touwen of andere speeltjes uit de bek van de hond. Als de hoektand van uw pup afbreekt is het belangrijk om contact op te nemen met de dierenarts. Door de opening van het wortelkanaal van de tand kunnen bacteriën binnendringen. Die bacteriën kunnen ontstekingen veroorzaken die ook de blijvende hoektand (die nog onder het tandvlees ligt) beschadigen. Het trekken van de afgebroken melkhoektand kan dit probleem voorkomen.
Tandplak is een zachte, kleverige laag op de tanden en kiezen en bestaat uit voedselresten, bacteriën en speeksel. Tandplak hecht zich voornamelijk langs het tandvlees. Tandplak kan worden verwijderd door het gebit van de hond te poetsen.
Wanneer tandplak verkalkt onder invloed van speeksel kan tandsteen ontstaan. Tandsteen vormt een ruwe, gelige tot bruine laag op de tanden en kiezen. Tandsteen is niet weg te poetsen, maar is alleen te verwijderen tijdens een gebitsreiniging.
Tandplak en tandsteen lijken in principe onschuldig voor de hond. Helaas kunnen de bacteriën die aanwezig zijn in de tandplak wel leiden tot ontstekingen. Vaak raakt eerst het tandvlees ontstoken, dan wordt er gesproken van een gingivitis. Bij gingivitis is het tandvlees rood, gezwollen en bloedt het snel bij aanraken. De hond stinkt vaak uit zijn bek.
Als er niets aan de tandvleesontsteking wordt gedaan, zullen de ontstekingen zich verder uitbreiden naar de ondersteunende weefsels van het gebit en het kaakbot. Dit wordt parodontitis genoemd. Het tandvlees trekt zich terug en de structuren die ervoor zorgen dat een tand of kies stevig in het bot zitten gaan kapot. Hierdoor kunnen tanden en kiezen los komen te zitten of zelfs uitvallen. Bij een vergevorderde parodontitis is er vaak sprake van pijn en beginnen andere dingen op te vallen. De hond gaat minder eten, wil geen hard voedsel meer en reageert geïrriteerd bij het aanraken van de bek en omgeving.
Soms blijven de problemen niet alleen beperkt tot het gebit. Als er sprake is van een ernstige parodontitis kunnen ontstekingscellen zich via de bloedbaan verspreiden naar andere delen van het lichaam. Bacteriën van het gebit kunnen hierdoor ontstekingen van bijvoorbeeld de hartklep (endocarditis) of afwijkingen in de nieren veroorzaken.
Tandplak kan worden verwijderd met tanden poetsen. Wanneer de tanden en kiezen van een hond dagelijks of meerdere malen per week worden gepoetst, krijgt de tandplak niet de kans om te verkalken tot tandsteen. Daardoor is het risico op tandvleesontsteking veel kleiner.
Als uw hond last heeft van tandsteen en/of beginnende tandvleesontsteking, dan is het belangrijk om het gebit te laten reinigen onder narcose. Tijdens deze gebitsreiniging wordt het gebit grondig gereinigd met een ultrasoon trilapparaat en nagekeken. Aansluitend wordt het hele gebit gepolijst. In het polijstmiddel zit een antibacterieel middel, en door het gladde oppervlak van de tanden en kiezen na het polijsten kunnen bacteriën zich minder makkelijk vasthechten. Door het polijsten worden (verdere) ontstekingen geremd.
Na de behandeling kan het tandvlees vaak goed herstellen. Het is dan wel belangrijk dat het gebit daarna goed verzorgd wordt om opnieuw vorming van tandplak en tandsteen te voorkomen.
Wanneer er sprake is van een parodontitis is het reinigen van het gebit vaak onvoldoende. Er zullen tijdens de narcose röntgenfoto’s moeten worden gemaakt om te controleren of de wortels van de tanden en kiezen al aan het oplossen zijn. Tanden en kiezen die al aangetast zijn door de ontstekingen moeten worden getrokken.
We zien vaak een enorme verbetering na een gebitsbehandeling onder narcose. Hoewel de klinische verschijnselen van de hond eerder misschien gering leken (wat minder eten, uit de bek stinken, soms wat rustiger gedrag), knapt hij of zij snel en goed op van de behandeling en lijkt een oudere hond soms wel jaren jonger en blijer dan voor de ingreep.
Voorkomen is beter dan genezen. Door een goede dagelijkse gebitsverzorging kan de vorming van tandplak en tandsteen grotendeels voorkomen worden. De beste manier hiervoor is tanden poetsen. Op de website van de Maand van de Gebitsverzorging en in ons eigen artikel over tanden poetsen vindt u tips en adviezen om het tanden poetsen aan te pakken.
Geef uw hond brokken als hoofdvoeding. Door het kauwen op de brokken worden de tanden schoon ‘geschuurd’. Sommige voerfabrikanten hebben brokken ontwikkeld die door hun grootte en structuur extra helpen bij het voorkomen van tandplak en tandsteen.
Er zijn verschillende gebitsverzorgende kauwproducten op de markt. Door het knagen en kauwen wordt geholpen om het gebit gezond te houden, en als tussendoortje vindt de hond het vaak ook nog leuk en lekker. Er bestaat ook hondenspeelgoed dat zo ontwikkeld is dat ze een positief effect hebben op het gebit van de hond.
Tanden en kiezen slijten gedurende een hondenleven. Dit gebeurt door het kauwen op voedsel maar ook door het kauwen en knagen op bijvoorbeeld speeltjes, tennisballen en stokken. Vooral het zand dat op de voorwerpen zit fungeert als schuurpapier voor de tanden en kiezen.
Normaal gesproken verloopt dit afslijten geleidelijk. Het lichaam reageert op de slijtage door het aanmaken van dentine aan de bovenkant van de pulpaholte (zie afbeelding). Er wordt op deze manier steeds een nieuw laagje binnenin de tand gevormd, waardoor de wortel- of pulpaholte niet open komt te liggen. Als de slijtage toch sneller gaat dan de aangroei van de dentine, kan een open wortelkanaal ontstaan. Bacteriën kunnen deze opening binnendringen en dit kan leiden tot ernstige ontstekingen van het weefsel en de kaak zelf. Als er sprake is van een open pulpaholte is een gebitsbehandeling noodzakelijk. Afhankelijk van de ernst van de situatie zal er een wortelkanaalbehandeling uitgevoerd worden of moet de tand of kies getrokken worden.
Normale gebitsslijtage hoeft niet behandeld te worden. Om abnormale slijtage tegen te gaan kan rekening worden gehouden met de voorwerpen die worden gebruikt bij het spelen met de hond. Kies bijvoorbeeld voor gladde, speciale hondenspeelballen in plaats van tennisballen waar veel zand in blijft hangen.
Tanden van honden kunnen afbreken bij wild spel of door een ongeluk. Om te begrijpen wat er precies gebeurt bij een afgebroken tand is het belangrijk om te weten waar een tand uit bestaat.
De tanden en kiezen van een hond bestaan uit verschillende lagen:
Als een tand ver genoeg is afgebroken, kan het wortelkanaal open komen te liggen. Dit is pijnlijk. Door het binnendringen van bacteriën kan een ontsteking van het wortelkanaal ontstaan. De ontsteking kan zich verspreiden naar omliggende weefsels. Dit kan uiteindelijk leiden tot abcesvorming en ontsteking van het kaakbot.
De behandeling van een afgebroken hoektand is afhankelijk van de ernst en van de tijd die is verstreken sinds het breken van de tand. Wanneer alleen het topje van de tand afgebroken is en de pulpaholte gesloten is gebleven, is geen behandeling nodig. Het is verstandig om dit te laten controleren door een dierenarts. Als de pulpaholte wel geopend is worden de volgende regels aangehouden:
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken