Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
De kanarie staat bekend om de mooie zang van het mannetje en is daardoor erg geliefd.
Bovendien zijn er door kweken enorm veel verschillende kleurslagen ontstaan. Het zijn sociale vogeltjes die zowel in huis als in een mooie buitenvolière gehouden kunnen worden.
Kanaries zijn zangvogels die zowel in de huiskamer als in een volière gehouden kunnen worden. Mannetjes kunnen prachtig zingen. De oorspronkelijke kanarie is grijsbruin met geelgroen van kleur, maar de enorme populariteit van deze vogel heeft geleid tot allerlei kweekvormen. Een tamme kanarie wordt gemiddeld twaalf jaar oud.
De wilde kanarie komt onder meer voor op de Canarische eilanden en Madeira. Toen de wilde kanarie rond 1478 door de Spanjaarden in Europa werd ingevoerd, is hij waarschijnlijk gekruist met andere vogels, waaronder de kleinere Europese kanarie. Vanuit Zuid-Europa verspreidde de kanarie zich verder naar het noorden. De mannetjes zingen van nature om een vrouwtje (pop) te imponeren. De zang is deels aangeleerd en deels erfelijk. Door gerichte kweek en kruisingen met andere vogels ontstonden de verschillende varianten van de tamme kanarie.
Kanaries zijn gemakkelijk te houden vogels, die prima samen gehouden kunnen worden met andere zangvogelsoorten. Agressiviteit komt niet veel voor, vaak alleen bij twee mannen die in de broedtijd om een pop vechten.
Sommige kanariesoorten leven bij voorkeur binnen, maar de meeste kanaries kunnen zowel in een ruime kooi in de woonkamer als in een volière of broedkooi gehouden worden. U kunt meerdere kanaries bij elkaar houden, maar zet niet meerdere mannetjes bij elkaar, ze kunnen dan gaan vechten. Twee vrouwtjes kunnen wel samen. Een mannetje en een vrouwtje kan ook, u heeft dan wel kans dat ze gaan broeden. Gaat het u om de zang, dan zult u een mannetje alleen moeten houden.
Bij een volière is het van belang dat er een tocht- en vorstvrij nachthok is. Beplanting kan, maar is niet nodig voor het welzijn van de vogels. Als bodembedekking in de volière kan men metselzand gebruiken, de bodembedekking in een kooi kan bestaan uit schelpenzand, niet-stuivende kattenbakkorrels, materiaal uit maïskorrels of beukensnippers.
Een kooi moet minimaal twee zitstokken bevatten. Een zitstok heeft de juiste dikte als de teentjes bijna de stok kunnen omsluiten. In een volière moeten meerdere dikke en dunne stokken (dus met verschillende diameters), takken of twijgen aanwezig zijn. Let op dat de vogels in de winter niet op bijvoorbeeld een ijzeren stang gaan slapen. Dit kan bevriezing van de voet en tenen veroorzaken. Vrijwel alle kanarierassen nemen graag een bad. Zorg daarom voor een vogelbadje. Haal in de winter het badwater op tijd weg zodat de vogel niet nat gaat slapen.
Heeft u de vogels binnenshuis, zorg er dan voor dat ze elke dag ongeveer even lang licht krijgen. Te veel wisselende lichtperioden zorgen ervoor dat de kanaries in de rui gaan en dan steeds blijven ruien. Dit wordt stokrui genoemd en is niet goed voor de vogels. Dek daarom liever de kooi 's avonds af met bijvoorbeeld een doek. Een periode van ongeveer elf uur is het beste. Om te gaan broeden hebben kanaries diverse prikkels nodig, waaronder een daglengte van veertien tot vijftien uur per etmaal. Wilt u dat de vogels gaan broeden dan kunt u de daglengte stapsgewijs verlengen.
De kanariekooi moet regelmatig verschoond worden. Houd de bodem en stokken vrij van uitwerpselen en ververs de bodembedekking ten minste iedere twee tot drie weken om ziektes te vermijden. Maak minstens eens per week de voerbakjes en dagelijks de drinkbakjes en het badje schoon.
Sommige kanarierassen, zoals de Norwichkanarie, zijn erg rustig. Andere rassen zijn levendiger en beweeglijker. Bij een rustige benadering raken kanaries snel vertrouwd met de verzorger. Een kanarie wordt echter meestal niet zo tam als bijvoorbeeld een parkiet of een papegaai. Houd in de gaten of de nagels van de kanarie niet te lang worden en knip deze bij als dat nodig is, of laat het de dierenarts eerst voordoen.
Moet u de kanarie vangen, sluit dan voorzichtig uw hand om zijn rug en neem de kop tussen uw middenvinger en wijsvinger. Fixeer de vleugels met de muis van de hand en de middel- en ringvinger. De pootjes worden met de pink gefixeerd. Pas op dat de vingers niet de borst van de vogel omklemmen omdat de vogel hierdoor kan stikken. Voorkom stress zoveel mogelijk. Voor het vervoer kunt u de vogel het beste in een kleine, donkere vervoersdoos doen, zo blijft de kanarie het rustigst.
Voor kanaries zijn er speciale zaadmengsels, die u kunt kopen in de dierenspeciaalzaak. Zaden bevatten niet voldoende van diverse vitaminen en kalk. Dit moet daarom aangevuld worden met eivoer waarin de benodigde vitaminen en mineralen zitten (dus niet alleen tijdens de kweekperiode!). Daarnaast kunt u bijvoeren met onkruidzaden en onkruiden zoals vogelmuur en kunt u groente en fruit geven. Geef nooit avocado. Dat is giftig voor vogels. Geef ook niet teveel sla. Dit kan diarree veroorzaken.
In plaats van zaadmengsel kunt u ook pellets of korrelvoer geven. Een voordeel van de pelletvoeding is dat de vogels niet alleen de lekkerste zaadjes kunnen uitzoeken en daardoor een voedingstekort aan vitaminen en mineralen kunnen oplopen. Met pelletvoeding krijgt de kanarie een volledig uitgebalanceerd voer.
Het beste is zoveel voer te geven als in één dag vrijwel opgegeten wordt. Kanaries eten dagelijks tot 30% van hun lichaamsgewicht en mogen nooit zonder voer zitten, aangezien ze erg snel verhongeren. Grit en maagkiezel moeten altijd aanwezig zijn. Zorg voor schoon drinkwater. Let op dat dit water niet als bad gebruikt wordt en dat er geen ontlasting in kan vallen.
Het verschil in sekse is bij kanaries buiten het kweekseizoen moeilijk te zien. Hoewel sommige popjes wat kunnen fluiten, zingt alleen een mannetje echt. Het beste is om met voortplanting te wachten totdat de vogels minimaal tien maanden oud zijn, en in goede conditie zijn. Een goed kweekpaar kan meerdere legsels per jaar grootbrengen.
Kanaries broeden het liefst in een open nestgelegenheid, zoals een half open nestkastje, open tralienestkastje of korfje. Het popje bouwt een nest en legt elke dag een ei tot een totaal van vier tot vijf eitjes. De eitjes zijn lichtgroen met donkere spikkeltjes. De broedtijd is dertien tot veertien dagen.
Als de jongen geboren zijn, is het belangrijk dat er voldoende eivoer aanwezig is. Dit bevat eiwitten, vitaminen en mineralen die van levensbelang zijn voor de ouders en jongen. Ook kunnen speciale pellets voor de kweekperiode gevoerd worden. Na ongeveer twee weken vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog enkele weken door het mannetje in afnemende mate gevoerd.
(Bron: LICG)
Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken