Castratie van een reu

Redenen voor castratie van de reu kunnen van medische aard zijn (voorkomen teelbalkanker, voorkomen vergroten van de prostaat, verminderde kans op voorhuidontsteking) maar in de meeste gevallen wordt er gecastreerd vanwege het gedrag.

Om een goede beslissing te nemen of u uw hond wel of niet wilt laten castreren, of u het eerst met een castratiechip (suprelorin) of de operatie zelf wilt laten doen en om te zorgen dat u de feiten van de fabels kunt onderscheiden kunt u hier alle informatie vinden. Ook bent u altijd welkom om hierover van gedachten te wisselen met een van de medewerkers van onze kliniek.

Een aantal redenen om een hond te laten castreren kunnen zijn:

• Voorhuidontsteking
  Het overgrote deel van de reuen heeft een voorhuidontsteking. Deze is in het algemeen niet te genezen met medicijnen, hoogstens met schoonhouden onder de duim te houden. In ca. 95% van de gevallen zal een voorhuidontsteking verminderen of genezen na castratie.
• (Hyper)sexueel gedrag
  Reuen die consequent weglopen als er loopse teven in de buurt zijn of die twee weken bij de voordeur zitten te piepen en te hijgen en niet willen eten zullen door de castratie rust in de hormonen krijgen. Dit is het enige gedrag dat door castratie vrijwel zeker zal verdwijnen.
• Er is ook een niet-gesteriliseerde teef in huis. 
  Op zijn er betere argumenten om de teef te steriliseren dan om de reu te castreren.
• Agressie naar andere reuen 
  Dit gedrag kan verminderen na castratie, maar bijna altijd spelen meerdere oorzaken een rol, waaronder het karakter van de hond en het aangeleerd gedrag. Is er agressie naar honden in het algemeen (dus ook naar teven) dan zal castratie minder effect hierop hebben.
• Medische redenen 
  bv. prostaatproblemen, een tumor in de bal of zweren rond de anus. Hierbij is castratie noodzakelijk om de levenskwaliteit van de reu te verbeteren.

Bijkomend voordeel van castreren op jongere leeftijd kan zijn dat de hond niet meer overal zijn poot wil optillen met plassen (ook opvoeding speelt hier een rol!). Hij zal grotere plassen in een keer gaan doen.

Nadeel van castratie bij honden is dat de hond kan toenemen in gewicht. Het kan verstandig zijn om je hond na de castratie 30% minder voer te geven. Mocht hij daar op den duur te schraal van worden dan is het gemakkelijker om hem wat extra te geven dan om hem af te laten vallen. Ook kan de vachtstructuur van de hond veranderen, net als bij de teef.

Bij angstagressie kan het probleem na castratie verergeren. In de literatuur zijn de meningen over het castreren van deze dieren verdeeld. Bij angstagressie is het advies van een gedragstherapeut noodzakelijk, omdat het probleem kan verergeren na de castratie. Bij vragen hierover kunt u contact opnemen met Lisette.

Misverstanden

Vaak hoor je mensen zeggen dat reuen rustiger worden van castratie. Dit is niet waar. De rustige castraten zijn vaak te dik. Ze zijn rustig door hun overgewicht en niet doordat hij minder mannelijke hormonen heeft. Ook is het niet waar dat een hond minder dominant wordt na een castratie. Dominantie is altijd ten opzichte van een ander. Het beste argument in deze is dat teven ook dominant kunnen zijn. Dominantie is niet hormonaal bepaald en effect hierop is niet te verwachten bij een castratie.

Castratiechip

Het grootste verschil tussen de castratie met een operatie en een “chemische” castratie is dat een chemische castratie niet blijvend is. Als het testosteron-onderdrukkende stofje is uitgewerkt keert alles weer terug naar het oude en wordt de hond gewoon weer reu. Er zijn een aantal redenen waarom je kunt kiezen voor een chemische castratie. Het kan een tijdelijke oplossing zijn voor prostaatproblemen en voorhuidontstekingen. Als je hond probleemgedrag vertoont kun je de chemische castratie gebruiken als test of castratie daadwerkelijk het gedrag van je hond weet te veranderen. Als er geen gedragsverandering plaatsvindt bij een chemische castratie hoeft niet voor 100% zeker te betekenen dat een echte castratie ook geen effect heeft. De kans hierop is echter wel veel kleiner.

De operatie

Een goede voorbereiding voor een ingreep onder narcose begint een dag van tevoren bij de eigenaar thuis. De dag voor de narcose mag de hond vanaf een door je dierenarts op te geven tijdstip geen eten meer hebben maar wel zo veel water als ze wil. De volgende ochtend laat je je hond nog even goed uit voordat je haar bij de dierenarts brengt.

De castratie wordt uitgevoerd onder algehele narcose. Er wordt een sneetje gemaakt in de buikwand net voor de ballen. Beide ballen worden via deze ene snede verwijderd. De snee wordt in principe in de huid gehecht, er zal mogelijk een steekje aan de buitenkant zichtbaar zijn, maar als de hond deze eruit likt gaat de wond niet wijd openstaan. De meeste honden willen wel likken aan de wond. Dit werkt vertragend op de wondgenezing. Het likken kan voorkomen worden door een rompertje bij kleine rassen of een kraag (de bekende lampenkap). De hond mag 2 weken niet zwemmen. Een gratis wondcontrole volgt na 10 tot 14 dagen.