Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.

Akkoord
Niet akkoord
Dierenkliniek zamenhofdreef honden

Brachycefaal obstructief syndroom, een probleem bij kortsnuiten

Dit probleem komt vooral voor bij kortsnuiten: kortschedelige of brachycefale hondenrassen.

Deze rassen zijn gefokt met een extreem korte neus, bijvoorbeeld de Engelse en Franse buldog, de Mopshond, de Boxer, de Pekinees, de Shih-tzu en nog vele anderen. De korte snuit is het gevolg van (extreme) fokkerij waarbij de steeds korter wordende neus binnen het ras als ideaal wordt aangemerkt.

Tegenover de brachycefale rassen staan de mesaticefale (normale schedellengte) zoals de labrador retriever en de dolichocefale rassen (langschedelig) zoals de windhonden. Wanneer we de schedels van deze drie groepen met elkaar vergelijken wordt onomwonden duidelijk hoe afwijkend de kortsnuitige hondenrassen eigenlijk zijn gefokt.

De brachycefale honden hebben een uniek uiterlijk, maar dit brengt helaas ook problemen met zich mee. Wat veel mensen niet beseffen is dat deze platsnuiten met hun typische gesnurk weliswaar heel erg schattig zijn, maar dat het ademen voor deze honden zelf absoluut geen pretje is. Door de korte snuit is er weinig plek voor de inwendige neus- en keelstructuren. Vergelijk de snuit als voorbeeld met de kreukelzone na een botsing met auto’s. Alles wat in een hondensnuit van normale lengte zit is in de korte snuit opgepropt. Kortsnuiten moeten niet alleen meer moeite doen om adem te halen, ze krijgen door hun anatomische bouw ook minder lucht en zuurstof binnen. Het resulteert in een verzameling van symptomen die de naam Brachycefaal Obstructief Syndroom (BOS) heeft gekregen.

  • Brachycephaal = kortsnuitig
  • Obstructief = vernauwde luchtwegen waardoor de ademhaling bemoeilijkt is
  • Syndroom = een verzameling van tezamen voorkomende klinische verschijnselen

De verschijnselen zijn:

  • Vernauwde neusgaten.
  • Te lang en/of dik zacht gehemelte.
  • Vergrote amandelen.
  • Afwijkende bouw van de larynx.
  • Te smalle luchtpijp (trachea hypoplasie).
  • Rochelende ademhaling.
  • Benauwdheid bij inspanning en opwinding.
  • Kans op oververhitting bij warm weer in combinatie met inspanning.
  • Hoesten.
  • Kokhalzen.
  • Ernstige ademnood, zelfs met bewustzijnsverlies en sterfte tot gevolg

BOS is een aangeboren en erfelijke afwijking. Het is vanaf de geboorte aanwezig, maar vaak worden de problemen op latere leeftijd gezien. De hond maakt een snurkend geluid bij het ademen en kan slikproblemen hebben. Al bij geringe inspanning of bij warm weer zijn deze honden snel benauwd. Hierdoor is er een risico op een zuurstoftekort. Stress, warmte en vochtig weer verergeren de situatie.

Het probleem begint dus al bij de vernauwde neusgaten en 48 procent van de brachycefalen heeft daar last van. Een stukje van de neusvleugels sluiten de neusopeningen gedeeltelijk af waardoor de luchttoevoer via de neus belemmerd wordt. Het te lange gehemelte wordt tijdens de ademhaling een stukje te keel ingezogen en blokkeert in meer of mindere mate de luchtweg. De doorsnede van de luchtpijp is daarbij vaak kleiner dan je bij een hond van een vergelijkbaar gewicht verwacht. Men noemt dat tracheahypoplasie. Deze komt voor bij vijftig procent van de brachycefalen en speelt een belangrijke rol bij de prognose.

Als de hond ook nog eens te zwaar is (als je het benauwd hebt beweeg je niet graag, dus verbrand je minder calorieën, dus zie je vaak overgewicht bij deze honden) kan vetafzetting in de luchtpijp deze nog verder vernauwen. Dat dit voor benauwdheid zorgt behoeft verder geen betoog: de lucht moet immers door een nauwer buisje naar de longen. De verhoging van de luchtsnelheid in de keel zorgt er daarbij ook nog eens voor dat de amandelen (tonsillen) naar buiten puilen waardoor de luchtweg nog nauwer wordt. Zwelling van de slijmvliezen door irritatie zal de ademhaling nog meer bemoeilijken (laryngeale collaps). Deze geforceerde ademhaling kan ook gevolgen voor de longen hebben. Op longfoto’s kun je de stuwing zien die een rechtstreeks gevolg is van de chronische ademnood.

Doordat de luchtwegen vernauwd zijn, kun je een overdreven inspanning bij het inademen zien. Soms zie je dat de hond bij elke ademhaling zijn lippen optrekt of met open mond ademt. De voorpoten zullen verder van het lichaam af staan en de buik zal meer dan normaal bewegen tijdens de ademhaling.

Als er een zuurstof te kort ontstaat kan dit levensbedreigend zijn. Het is essentieel om te kunnen herkennen of de hond genoeg zuurstof binnenkrijgt, want de hond zou het zo benauwd kunnen krijgen dat hij het bewustzijn kan verliezen. Bij twijfel of de hond genoeg zuurstof binnenkrijgt kijk dan naar de kleur van de tong. Een roze tong is normaal van kleur en betekent dat het bloed voldoende zuurstof bevat. Als de tong paars tot blauw gekleurd is, betekent het dat er onvoldoende zuurstof in het lichaam is en dat de hond in gevaar is. Uitzondering is de Chowchow, die altijd een blauwe tong heeft, maar dat komt door pigment.

Niet alle componenten van het complex komen bij alle kortschedelige honden voor en ook de ernst van de afzonderlijke afwijkingen kan erg verschillen. Uiteindelijk resulteren bovenstaande afwijkingen in een bemoeilijkte ademhaling met als gevolg een min of meer continu zuurstoftekort voor de hond.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld door de symptomen die de eigenaar beschrijft samen met een goed lichamelijk onderzoek door de dierenarts. Er wordt gekeken hoe de hond ademt op tafel en er wordt naar de longen geluisterd. De grootte van de neusgaten, de lengte van het zacht gehemelte en de amandelen worden bekeken. Om het zachte gehemelte en de amandelen goed te beoordelen zal soms een licht roesje nodig zijn. De dierenarts kijkt of het zachte gehemelte niet over het strottenklepje valt en of de amandelen niet te gezwollen zijn. Als laatste kan een röntgenfoto gemaakt worden van de borstkast. Hierop kan de doorsnede van de luchtpijp gezien worden. Het is mogelijk dat de luchtpijp nauwer is dan normaal, wat helaas niet te verhelpen is, maar belangrijk om te weten.

Gevaren voor honden met BOS

Oververhitting

Als het warm weer is, is hijgen voor honden een belangrijk middel om de lichaamstemperatuur te reguleren. Bij honden met BOS kan veel hijgen leiden tot extra zwelling van de voorste luchtwegen waardoor de toch al moeizame ademhaling steeds verder bemoeilijkt wordt. Opwinding, inspanning en hitte, en vooral een combinatie hiervan, kan een ernstig zuurstoftekort en/of een oververhitting veroorzaken. Deze patiënten zijn te allen tijde absoluut spoedgevallen!

Anesthesierisico

Alle kortsnuitige honden hebben een verhoogd narcoserisico doordat er een kans bestaat op een verdere obstructie van de luchtwegen. Door extra maatregelen te nemen rondom de narcose en een goede bewaking is de kans op complicaties van de narcose klein. Het belangrijkste is dat je een kortsnuitige hond altijd moet intuberen als het dier onder narcose gebracht wordt.

Behandeling

Om de symptomen te verlichten en het leven van deze honden aangenamer te maken is het dus belangrijk om op jonge leeftijd de ademhaling van deze honden te vergemakkelijken. Het is zaak om onomkeerbare kraakbeenveranderingen te voorkomen voordat het te laat is. De behandeling is operatief en wordt meestal voor de leeftijd van twee jaar gedaan. Een aantal ingrepen kunnen worden uitgevoerd. Er wordt per individueel geval bekeken wat het beste behandelplan is.

Luchtwegproblemen bij brachycefalen kunnen op verschillende manieren behandeld worden. Bepalend is hierbij de ernst van de klachten. Veel kortsnuiten maken tijdens het ademen een snurkend geluid, maar tonen daar weinig klachten van. Het is belangrijk om er voor te zorgen dat de hond geen overgewicht krijgt. Hoe meer massa het lichaam heeft, des te zwaarder de ademhaling voor de hond wordt. Hou de hond op warme en vochtige dagen zo rustig en koel mogelijk. Soms is het prettig om in de zomer een ventilator bij de hond te zetten.

Spoed

Als de hond acute ademhalingsproblemen krijgt en erg benauwd wordt is het een spoedpatiënt. Het beste kun je direct (na te bellen) naar de dierenarts gaan. Die zal de hond zuurstof geven en medicatie om zwelling van de luchtwegen te verminderen. Als de hond erg gestrest is kan het soms noodzakelijk zijn om de hond een kalmerend middel te geven zodat hij door het snelle ademen van de stress niet in een vicieuze cirkel terechtkomt.

Mocht de ademhaling altijd een probleem zijn voor de hond kan geprobeerd worden om met medicatie de ademhaling te verbeteren. Daarnaast kunnen de problemen ook verholpen worden met een operatie. De chirurg kan kiezen uit het verwijden van de neusgaten, het inkorten van het zachte gehemelte en het verwijderen van de amandelen. Tracheahypoplasie kan niet chirurgisch behandeld worden en is dus belangrijk in verband met de prognose, aangezien deze honden ondanks het uitvoeren van bovenstaande chirurgische ingrepen toch een bemoeilijkte ademhaling zullen blijven houden.

Preventie

Hoewel veel kortsnuiten een redelijk normaal leven kunnen leiden, hetzij met - hetzij zonder een chirurgisch ingrijpen, is het jammer genoeg een feit dat deze hondenrassen allemaal in een bepaalde mate benauwd zijn. Het snurken wat men vaak zo schattig vindt, is een rechtstreeks gevolg van een bemoeilijkte ademhaling met bijbehorend zuurstoftekort. Wij mensen zullen de verantwoording moeten nemen door deze rassen weer een enigszins normale hondenneus terug te geven. Deze maatregel zal cruciaal zijn voor het welzijn van de honden van deze rassen in de toekomst.

Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken